In oktober 2017 zijn de nieuwe vrijstellingsartikelen 53a t/m 53d opgenomen in de LVTI over voorwerpen voor onderwijs, sport, armoedebestrijding en zorg in werking getreden.
Volgens artikel 53b van de LVTI, wordt vrijstelling verleend voor goederen noodzakelijk voor de beoefening van sport waaronder ook sportschoeisels. De bedoeling was om de vrijstelling voor alle sportschoeisels te laten gelden.
Maar bij het ontwerpen van de ministeriële regeling (PB. 2017, no. 84) is er niet bij stil gestaan dat de term sportschoeisels al gedefinieerd is in het Geharmoniseerd Systeem.
Volgens het Geharmoniseerd Systeem (aanvullende aantekening 1 op hfd. 64) wordt als sportschoeisel uitsluitend aangemerkt:
- schoeisel ontworpen voor beoefening van sport voorzien van of uitgerust met voorzieningen voor het bevestigen van punten, spijkertjes, klemmen, dwarsreepjes en dergelijke;
- schaatsschoenen, skischoenen, zogenaamde mowboardschoenen, worstelschoenen, boksschoenen en wielrenschoenen.